Bootje A&L
Vanwege mijn werk op scheepswerf De Koningspoort kom ik ook nog al eens in de werkplaats van Joram Lehmann Scheepsrestauratie. Afgelopen voorjaar bleek hij bezig met een bijzonder project. Voor dit artikel sprak ik met Joram Lehmann en met Jacqueline Nouwens – van Lent en haar man Gerard Nouwens. Auteur: Piet Balk Foto’s: Jacqueline Nouwens – van Lent Van restauratie: Joram Lehmann
Joram: ‘Begin dit jaar werd ik gebeld door een mevrouw met de vraag of ik interesse had om een klein jachtje te restaureren. Het zou om een bakdekkertje uit 1937 gaan. Omdat ik ervan uit kon gaan dat het hier om een geklonken scheepje ging, heb ik een afspraak gemaakt om te gaan kijken. Bij een tuinder, onder een mossig zeiltje, lag het scheepje in erbarmelijke staat. Overal waar ik keek zaten roestgaten en er was in de loop van de tijd van alles toegevoegd en gemoderniseerd.
Een paar dingen vielen meteen op: er stond een beting in het bootje, een best stevig ding. Ook waren de 60 pk Ford Lehman dieselmotor en de daarbij horende schroef fors voor een bootje van 5,5 meter.’ De eigenares, Jacqueline van Lent, doch ter van de bekende jachtbouwer aan de Kaag, vertelde me het volgende verhaal.
Jacqueline: ‘Het bootje is in 1937 door mijn opa Cornelis van Lent gebouwd om sleepwerk voor de werf te doen. Destijds heette de jachtwerf Akerboom & Van Lent en het bootje kreeg dan ook de initialen A&L op de boeg. Tot 1992(!) heeft het bootje als slepertje dienst gedaan. In 1947 werd het bedrijf gesplitst: Akerboom ging naar Lisse, de werf op Kaageiland ging verder onder de naam C. van Lent & Zonen. De tegenwoordige naam is Royal Van Lent. De A&L diende het grootste deel van haar leven als sleepbootje en assisteerde bij alle tewaterlatingen. Daardoor is het onbedoeld waarschijnlijk het meest gefotografeerde Akerboom & van Lent scheepje… Bij het steeds groter worden van de werf en nieuwbouwjachten kreeg ‘het motor bootje’, zoals iedereen het eigenlijk naamloze scheepje later noemde, gezel schap van een sterkere sleper genaamd Quirinus.
Tegenwoordig wordt assistentie bij te waterlatingen en transport ver leend door Sleepdienst Broedertrouw. Aan het einde van haar werkend bestaan bij Van Lent werd het bootje voorname lijk nog gebruikt om de eigen pont te duwen waarmee leveranciers met vrachtwagens naar de werf op Kaag eiland komen.’ De bouwwijze van de A&L lijkt, zoals te verwachten valt van Akerboom en Van Lent, meer op dat van een jacht dan een sleepboot. Het is eigenlijk een klein bak dekkertje dat onder het voordek enkel machinekamer was. Oorspronkelijk hebben er A Ford benzinemotoren, drie op rij, in gestaan, de derde was een gere viseerde van ca. 20 pk. En sinds 1960 na elkaar twee Ford Lehman diesels van ca. 90 pk.
Joram: ‘Hoewel ik op het eerste bezoek al kon zien dat een zeer groot deel van de scheepshuid zou moeten worden ver vangen is nadat de A&L terugkwam van de straler de treurige staat pas echt duidelijk geworden. Ook het duwen van de bedrijfspont, waarbij meestal met de spiegel de pont tegen de kant werd geduwd, had zijn sporen nagelaten. Zo’n 80% van de scheepshuid zou ik uiteinde lijk vervangen. De kielgang bleek wonder boven wonder grotendeels nog aardig intact, ook omdat deze 5mm dik gebouwd was. De rest van de huid mat bij de bouw 3 mm. Er bleek geen enkele gang meer te redden. Gelukkig waren de spantjes nog wel aardig in orde, al was in de kop duidelijk te zien dat het werk zijn sporen had achtergelaten. Maar met wat richten en aanhelen heb ik ze kunnen redden. Het voordek (bakdek) was voor het her motoriseren al eens opengesneden en verkeerde in zeer slechte staat. Dit dek zou helemaal worden vervangen.
In de loop der jaren waren verschillende aan passingen gedaan, zoals het plaatsen van een windscherm op het dek voor de stuurstand, een zware handreling op het dek, een stalen schot tussen machineka mer en kuip en een sleepboog. Al deze aanpassingen zijn weer teniet gedaan. Bijzonder is te vermelden dat er blijkbaar al in 1937 bij Akerboom en Van Lent elek trisch werd gelast. De hele bouwwijze is als van een geklonken scheepje, dus met landen en stuiknaden. Maar alle landen en ook twee horizontale stuiknaden in de kop (die overigens voor een groot deel achter het plathalfronde berghoutje ver stopt zaten) waren gelast uitgevoerd. De landen waren vreemd genoeg alleen aan de binnenkant afgelast. Ook de verbin ding van de spiegel met het scheepje was gelast uitgevoerd.’
De restauratie van het casco naar het beeld van 1937 is geheel volgens de oor spronkelijke verbindingsmethoden en vorm uitgevoerd, dus de combinatie van las en klinkwerk. Alle spanten en (verticale) stuiken alsmede het voor en ach terdekje en alle plathalfronden zijn weer met ¼” klinknagels bevestigd. Het gerestaureerde casco is vervolgens opnieuw naar de straler geweest, daarna in conserverende coating gezet en aan sluitend in de (hoogstwaarschijnlijk) originele kleur grijs geschilderd. Op de romp staat nu zowel de originele naam A&L alsook de eerste thuishaven DE KAAG in het originele lettertype. Onder het bakdek, nu geen machinekamer meer, is ruimte gevonden voor een bescheiden kombuis en toilet. Het fraaie hang en sluitwerk is in messing uitge voerd, de fenders zijn van gevlochten touw. De voortstuwing is om verschil lende redenen elektrisch. Met de 7,5 kW elektromotor, gevoed vanuit acht loodaccu’s van 170 Ah, kan het scheepje een snelheid van 12 km/u halen. Jacqueline: ‘Als je dan toch echt gaat res taureren moet je het ook goed doen. We wonen zelf in een rijksmonument uit 1921 waaraan we ook al het nodige hebben gerestaureerd alsook aanpassingen aan de huidige tijd hebben doorgevoerd, uiteraard met inachtneming van de monumentenstatus. Door de ligging aan mooi vaarwater gingen we op zoek naar
een qua tijdsbeeld passend bootje.’
Tijdens hun zoektocht hoorden ze dat het werfbootje recentelijk door de werf was teruggekocht van vroegere buren van de werf. Die hadden in 1992 plaats gemaakt voor een werfuitbreiding en het bootje dat de werf toch niet langer nodig had gekregen. Jarenlang had het toen blauw geschilderde bootje ligplaats aan het Vogelskamp, een klein eilandje aan de westkant van het grote Kaageiland. De bedoeling van de werf was om het met moderne middelen op te knappen in een leer werkproject.
Jacqueline en Gerard konden het bootje van de werf kopen en gingen op zoek naar iemand die het zou kunnen opknappen. Uiteindelijk tipte de smid, die ook verschillende ornamenten aan hun huis had gemaakt, om Joram, die hij kende van een eerder project, eens te bellen. Royal Van Lent Shipyard maakt deel uit van Feadship, wat staat voor First Export Association of Dutch Shipbuilders, opge richt in 1949 om voet aan de grond te krijgen in Amerika. Na WO-II hadden weinig Europeanen genoeg geld om een duur jacht te laten bouwen. Dit samen werkingsverband bestond oorspronkelijk uit zeven werven en een architectenbureau. Daarvan resteren nu nog de werven Koninklijke De Vries Scheepsbouw en Royal Van Lent Shipyard en bureau De Voogt Naval Architects. Om de band met de werf te hernieuwen is de gerestaureerde A&L te water gelaten bij de werf op Kaageiland op 14 oktober 2022. De A&L is bovendien opgenomen in de Feadship Heritage Fleet.